Herken je één van de volgende vragen?

Hoe zit dat met het getij?

Wanneer of waar kan ik (niet) varen?

Waar moet ik rekening mee houden?

Is het in eenvoudige regels te onthouden?

Heb je nog nooit op stromend water gevaren? Of drooggevallen? Dan geeft de WCN je een set vuistregels die je verder helpen. Wil je die in de praktijk brengen? Ga dan mee met een zout water evenement van de Westerlyclub en laat je alles uitleggen zodat je zelf het gevoel krijgt dat je veilig en verstandig bezig bent. Bovendien is het ook gezellig om met meer schepen op pad te gaan.

► Meer informatie over de evenementen van de Westerlyclub


Twee waterbergen en twee waterdalen per dag, die niet even hoog zijn

Dagelijkse ongelijkheid: Getijdenwater ontstaat door de aantrekkingskracht van de maan op de aarde. De maan trekt het ‘losse water’ naar zich toe. Er ontstaat een verhoging van water aan de kant van de maan; een waterberg. Om de aarde in balans te houden ontstaat automatisch ook een verhoging van water aan de andere kant van de aarde. Dus de kant die van de maan af staat. Tussen beide waterbergen in is het water lager dan gemiddeld. De waterberg aan de maankant is iets hoger (een hoog Hoogwater) dan de waterberg aan de andere kant van de aarde (een laag Hoogwater). Dit heet de dagelijkse ongelijkheid. Zie afbeelding.

Dagelijkse ongelijkheid; 2x HW en 2x LW in een dag met ongelijke waterhoogten

Samenvatting: In een dag is het 2x hoogwater en 2x laagwater. Het ene hoogwater is iets hoger dan het andere hoogwater; de dagelijkse ongelijkheid.

VuistregelAls het vandaag om 10:00 uur een hoog hoogwater is, dan moet ik niet droogvallen op het hoogste punt. Anders komt ik bij volgende (lage) hoogwater vanavond niet los en moet ik wachten tot morgenvroeg.

Hoogwater en laagwater schuiven elke dag een beetje op

De maan schuift op: De aarde draait in 24 uur om haar eigen as. Elke plek op aarde komt dus langs die 2 waterbergen en 2 waterdalen. Om en om; berg – dal – berg – dal. Ondertussen draait de maan ook om de aarde. In die 24 uur is de maan dus een beetje verder geschoven. De maan schuift op in dezelfde richting waarin de aarde om haar eigen as draait. De tijd voor die 2 waterbergen en 2 waterdalen is dus iets meer dan 24 uur.

Hoeveel dan? De omlooptijd van de maan om de aarde is 28 dagen. In 1 dag schuift de maan dus 1/28 deel van de baan van de maan rond de aarde op. De maan is dus 1/28 van 24 uur verder gedraaid. Dit zijn gemiddeld 24/28 uur = 0,9 uur = 0,86 x 60 min = 51,5 min. Gemiddeld dus 51,5 / 2 = 26 minuten extra tijd tussen twee hoogwaters. Neem voor het gemak een half uur.

Voorbeeld: Op meetpunt Terschelling Noordzee is het hoogwater op 1 januari om 6:47, op 2 januari om 7:50, op 3 januari om 8:48, op 4 januari om 9:42 uur. Dit is elke dag ongeveer een uur later. De tussenliggende hoogwaters zijn ongeveer een half uur verschoven.

RWS, deel van getijvoorspelling van Terschelling Noordzee in januari 2022

Samenvatting: Het volgende hoogwater is gemiddeld over 12,5 uur.

Vuistregel Handig in dagelijks gebruik: Als het vandaag hoog water is om 10:00 uur. Dan is het volgende hoogwater om 22:30. En morgenvroeg om 11:00. Voor je vaar- of droogvalplanning is dat nauwkeurig genoeg.

Springtij en doodtij

Springtij: Door het draaien van de maan om de aarde, staat de maan 2 x in de maand in lijn met de zon. Tijdens Nieuwe Maan staan de zon en maan samen aan dezelfde kant van de aarde. Op de hele aarde kijken we dan (allemaal) naar de niet-door-de-zon-verlichte donkere kant van de maan. Tijdens Volle Maan staan ze elk aan een kant. Op de hele aarde kijken we dan (allemaal) naar de verlichte kant van de maan. De zon zit dan onder onze voeten aan de andere kant van de aarde (waar het dag is) en verlicht precies dat deel van de maan waar wij naar kijken; Volle Maan. In beide gevallen wordt de waterberg extra hoog en het waterdal extra laag. Het verschil tussen hoog en laag water is dan extra groot. Dit is springtij. Met hoogwater springtij kun je varen op plaatsen waar dat anders niet kan. De dagen erna kan dat niet meer en moet je wachten tot het volgende springtij.

Doodtij: Halverwege de maand staat de zon haaks op de lijn maan-aarde. De waterberg wordt dan gedempt en is dan minder hoog. En ook het waterdal is minder laag. Het verschil tussen hoog en laag water is dan kleiner dan gemiddeld. Dit heet doodtij.

Voorbeeld: In de getijde grafiek van Terschelling Noordzee zien we de optelsom van 2 golfbewegingen: elke dag 2x op en neer èn in 2 weken extra hoog en extra laag.

RWS/getij. 1 tot 23 jan 2022 getij Terschelling Noordzee. NM 2 jan 19:34, VM 18 jan 00:48 uur

Samenvatting: Twee keer per maand is het springtij en doodtij. Met springtij  is het hoog water extra hoog en het laagwater extra laag. Een week later is het doodtij. Het waterhoogteverschil tussen hoog- en laagwater is dan minder extreem.

Vuistregel Je moet van het volgende hoog- en laagwater niet alleen het tijdstip weten, maar ook de waterhoogte. Het tijdstip bepaalt wanneer je over het wantij kunt varen, de waterhoogte bepaalt òf je over het wantij kunt varen.

Astronomisch getij

Astronomisch getij: Tot nu toe zijn we er van uit gegaan dat de aarde helemaal bedekt is met water. En dat dat water helemaal vrij kan bewegen. Dat klopt vrij goed voor de grootste hoeveelheid water op aarde; het Zuidelijk halfrond. Door de (vorm van de) continenten heeft het water tijd nodig om naar het Noordelijk halfrond en de kleinere binnenzeeën (Noordzee en Waddenzee) in en uit te stromen en daar de waterbergen en dalen te maken. Getijvoorspellingen die berekend zijn op basis van de standen van de zon en maan en de plaats op aarde, noemen we het astronomisch getij.

Afbeelding: voortplanting van het getij over de aarde, gehinderd door de landmassa’s en vormen. Witte lijnen zijn verbonden punten van gelijk tij. De kleuren geven de amplitude aan van klein (blauw) naar groot (rood). De kruispunten van witte lijnen zijn Amfidromische punten; hier verandert de waterhoogte niet doordat verschillende golffronten in tegenfase zijn (er kan wel stroming zijn).

Voortplanting van het getij over de aarde, gehinderd door de landmassa’s en vormen.

Samenvatting : Astronomisch getij is het getij op een locatie en wordt veroorzaakt door de vorm van de landmassa’s; smalle doorgangen, uitstekende landpunten en zandbanken. Springtij valt in Nederland daardoor 3 dagen na Volle of Nieuwe Maan.

VuistregelSpringtij valt in Nederland 3 dagen na Volle of Nieuwe Maan. Hoogwater is extra hoog, laagwater is extra laag.

Getij in de Noordzee

Vertraging tijgolf: De tijgolf die vanaf het Zuidelijk halfrond komt kan nauwelijks via het Kanaal naar de Noordzee. De tijgolf gaat om de Britse eilanden heen en komt ook via de noordkant de Noordzee in. Hierdoor ontstaat, mede door de grillige vorm van de landmassa, een typisch Astronomisch getijpatroon voor de Noordzee. Er zijn zelfs punten waar de waterhoogte niet verandert; de Amfidromische punten. Het water kan hier wel stromen, maar wordt niet hoger of lager. Door de afstand vanaf het zuidelijk halfrond is het tij in Nederland bijna 3 dagen vertraagd. Voor gewoon hoog- en laagwater maakt dat niet uit, maar springtij is dus pas 3 dagen na Volle Maan en Nieuwe Maan.

Voorbeeld: In de tabel staat dat het Nieuwe Maan op Terschelling Noordzee op 2 januari 19:34 uur is. Volle Maan was op 18 januari 00:48. In de grafiek wordt in beide gevallen pas bijna 3 dagen later de uiterste waterstanden bereikt.

Witte lijnen zijn verbonden punten van gelijk tij. De getijgolf verplaatst zich (rode pijl) omlaag langs de Britse kust en dan van België omhoog langs de Nederlandse kust naar de Duitse Bocht. Je hebt langer stroom mee als je die kant opvaart. Je kunt in één tij een grote afstand afleggen.

Voorbeeld: Op Texel is het 2 uur eerder hoogwater dan op Ameland. De tijgolf verplaatst zich naar het noordoosten. Zie afbeeldingen van de westelijke Waddenzee.

Samenvatting : In de Noordzee ontstaat een bijzonder tijgolfpatroon door de bijzonder vorm van de landmassa’s en de kleine doorgangen.

VuistregelAls je in noordoostelijk richting langs de Nederlandse kust vaart, heb je langer stroom mee omdat de tijgolf in die richting mee verplaatst.

We weten nu hoe het getij ontstaat en over de wereld verplaatst. Wat betekent dat voor Nederland?

► Lees verder over het getij in Nederland

◄ Vaarinformatie